Gezag

Er zijn drie soorten gezag te onderscheiden:

1. ouderlijk gezag
2. het gezag van een ouder tezamen met een ander dan een ouder
3. voogdij

Ouderlijk gezag

Indien twee partners uit elkaar gaan kan een van beide ouders de rechter in een Kort Geding verzoeken aan te geven aan wie de kinderen worden toegewezen, zolang de echtscheiding nog niet geregeld is.  Op korte termijn kan een voorzieningenrechter hierin uitkomst bieden.

Beide ouders dienen gezamenlijk een Ouderschapsplan op te stellen om de omgangsregeling met de kinderen te regelen. Zonder deze omgangsregeling kan het huwelijk niet ontbonden worden.

Ouderlijk gezag kan door de ouders gezamenlijk of door één ouder worden uitgeoefend.

Als de verblijfplaats van vader onbekend is of raakt een van de ouders onbevoegd, dan oefent de andere ouder alleen het gezag over het kind uit.  Als de ouders met elkaar gehuwd zijn, dan ontstaat gezamenlijk ouderlijk gezag van rechtswege. Het kind hoeft hierbij niet als geboren te zijn op het moment dat de ouders in het huwelijk treden. Dit geldt ook voor de situatie dat ouders een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan.  Is er nog sprake van een huwelijk, noch van geregistreerd partnerschap, nog van enig gezag (over een ongeboren kind), dan beslist de rechter hierover.